Hallo,
Mijn naam is Lou. Ik ben een jongetje dat de wereld met zijn hart bekijkt…
Niet altijd gemakkelijk voor mijn ouders. Ik ben dus blind en anders (geestelijk dan).
Zij zagen het levenslicht in het Frans in de herfst van 2003 en worden stuk voor stuk vertaald in uw taal.
Er zullen dus regelmatig nieuwe artikels verschijnen.
WAARSCHUWING
Met al mijn excuses voor wie het niet doorheeft, maar alle teksten worden bedacht en geschreven door mij (zijn papa).
Lou is daar momenteel niet toe in staat, zoals hij vandaag ook niet snapt wat een 'computer', 'internet' is, of zich lange tijd op een gesprek kan concentreren. Alleen de toekomst zal ons vertellen of wij erin zullen slagen om hem volledig te doen opnemen in de wereld waarin hij leeft.
Deze verhalen gaan dus wel over dingen en feiten die echt gebeurd zijn, maar ik leg ze uit op basis van zijn gedrag. Maar ik denk niet dat ik me vergis in die uitleg, want ik ken hem na vijf jaar nu wel al door en door.
Nog even dit : Lou en zijn gezin zijn Franstalig, de teksten zijn dus vertaald, maar de zinnetjes die hij zelf zegt worden vaak in zijn moedertaal opgenomen, want zo zegt hij ze ook letterlijk.
Meer informatie? Zien “lees mij”
BEDANKT
Zeker ook dank aan de Koning Boudewijnstichting (" Buiten categorie"). De nieuwe opmaak, de hosting en de vertaling waren enkel mogelijk dankzij de financiële steun van de stichting.
(2 – vervolg post 46) een mono-dialoog van Lou in bad, woord voor woord : "Papa...ha, ha, ha ! Het bureau was kapot... Lou is kapot. -pauze- Maar nee, Loulou, het is niet kapot ! Het bureau is kapot. Kapot is mijn bureau. ... Maar als je geen bureau hebt.. euh... Nee, Papa, hij komt uit zijn bureau. Nee, nee, nee, nee, nee -op een sussende toon. ...euh... Wacht ! Wacht ! ... Maar... -pauze- Ik ben het beu dat je altijd over het bureau praat... En het bureau, dat is opa en oma. -pauze- Dat is met…euh... met... Dat is met het hondje Courage... Maar dat is later... En dat gaat vanzelf! ... En dat is op zondag, zelfs als je helemaal geen zin hebt. Dat zegt Marie-Anne (zijn schooljuf). ... Weten jullie hoe… Maar jullie zullen zien hoe ik dat doe… Maar altijd… Altijd ... Ja, jullie zullen zien… Kom, we gaan kijken wat "kessinga" (-?-) beneden doet. -onomatopeeën- ... Maar, hondje Courage ! Dat is ook in het bureau... Je moet weten dat in koud water, het bureau het sterkste is... Maar dat evolueert… (onbegrijpelijk – mompel mompel tussen mijn tanden) ... Nee ! Ik zeg: Nee ! Maar opa, ik ga hout halen in de d… in de dinges... Maar dat zal wel duren tot aan de zee… En dan gaat het rijden... (nog wat onbegrijpelijk gemompel) ... Ik ga naar opa... tot aan het bloemenfeest (= ons wijkfeest). Voor de werken... (en dat gaat zo tien minuten door).
ik geboren ben, of liever sinds ze weet dat ik blind ben, legt mama mij in bed onder een superzacht donsdeken, het lijkt wel zijde. Een schitterend idee. Ik ben er stapelgek op : het is tegelijk mijn kussen, mijn deken en mijn knuffel. Het is in feite het dekbed van mama toen ze klein was. Ik moet zeggen dat hij niet meer in perfecte staat is. Als we bij oma gaan, nemen we het soms mee en dan probeert ze het wat op te lappen, want de vulling komt er langs alle kanten uit. Ik kan niet meer tellen hoeveel keer het in die vijf jaar al door haar handen ging. Maar ik kan het niet missen… Ik kan er niet zonder. Trouwens,
Dikwijls zeg ik als ik naar bed ga : "We gaan naar ons superzachte donsje". En je kan je niet voorstellen welke rare posities ik soms inneem als ik slaap : dikwijls helemaal bloot (ondanks een tweede donsdeken, soms opgerold in een bolletje of andersom helemaal languit, soms nog op de knieën, of ineengebogen met de superzachte dons op mijn kop (om me goed te verstoppen ?), en soms dan met de benen gespreid en mijn dons van voor op de matras. Ik ben dan ook heel erg lenig ! Ik kan overal en eender hoe slapen. Het overkomt me zelfs dat ik op de vloer in de living in slaap val, als een goedgevulde dag me heeft uitgeput.
Ik raak niet zo graag voorwerpen aan en ik ben niet zo ondernemend, dus vond mijn juf, twee jaar geleden, een zinnetje om me aan te sporen : "Loulou, je moet spelen met je handjes". Sindsdien is het een grote klassieker geworden in mijn taaltje, temeer daar ik (tot mijn groot plezier) nog altijd dezelfde juf heb. Dat geeft zoiets van (om me gerust te stellen en op een motiverende toon) : "Zie je wel dat (ik) niet bang moet zijn om met je handjes te spelen !" (ter herinnering : Lou verwart vaak "je" met "ik"). En elke morgen herinnert papa of mama er me op weg naar school aan, kwestie van er maar op te blijven hameren : "Goed met je handjes spelen met Marie-Anne, hé!" Awel ja, het is belangrijk als ik op een dag braille wil leren en een minimum aan dingen wil leren kennen !
Naast de hond Méga, die ik nog altijd niet heb voorgesteld, moet ik het ook eens hebben over dat ander beestje dat een maand geleden in huis kwam : Virgule. Er was al wel een kat, Fritz, maar hij ging begin juli dood. Ik weet niet goed wat dat wil zeggen, maar hij is er in elk geval niet meer. Dus, op vraag van Eva, hebben mama en papa weer een poesje in huis genomen (ze namen aan dat het mij ook goed zou doen!). Maar hij laat me nogal koud, behalve wanneer hij de hele tijd op mij wil springen als ik schommel en dat heb ik niet graag. De grote vriendschap is het dus nog niet... Maar soms laat ik me overhalen om hem te strelen (na lang aandringen, maar ik doe het). Ik en dieren... Dat klikt niet echt. Hoewel… Gistermorgen heeft papa Virgule meegenomen toen hij me naar school voerde, omdat het diertje zijn eerste spuitjes moest krijgen van de dokter. In de auto huilde Virgule de hele tijd in zijn kooitje. Ik was dan echt wel poeslief. Ik heb de hele rit tegen hem gepraat : "Je moet niet huilen, kleine Virgule... Je moet niet bang zijn... Het is maar een prikje..." En op dat gebied ben ik een expert, want elke avond heb ik recht op mijn eigen hormoonspuitje (dat ik zonder tegenstribbelen laat zetten). Misschien dat ik zo wat betere maatjes word met Virgule...
Soms ben ik graag als een lolly in een schelpje. Papa zegt altijd dat er voor een mama of papa geen groter geluk bestaat dan wanneer zijn of haar kindje in hun armen ligt te slapen, in het volste vertrouwen en met volledige overgave. Dan is hij in zijn nopjes. Maar met de meeste kinderen gebeurt dat minder en minder en is het op een dag helemaal afgelopen. Niet met mij ! Ik heb trouwens geen keus : ik moet vertrouwen op de anderen, met al mijn handicaps. Maar ik kruip graag weg in de armen van de mensen. Ik heb trouwens geleerd om schattig te knuffelen… En ik heb mijn zus Eva nagebootst en verklaar mijn ouders zeer plechtig mijn liefde : "Ik ziiiiiiiiieeee je graag, mama!" (of papa). En ze laten goed zien dat ze dat heel fijn vinden. Dat helpt als het soms wat moeilijker gaat !
"Dankzij de moeziek, heb ik ondeekt dat el andele talen walen in de weleld". (Dankzij de muziek heb ik ontdekt dat er andere talen waren in de wereld) Zoiets moet je tegen mij maar één keer zeggen en ik ben ermee weg. Papa is dus beginnen babbelen met een Engels accent. En wat dacht je ? Ik ben hem direct gaan nadoen. Koltom, ik plaat heel goed English. Velstaat u wat ik glaag wou zeggen ? En ik vind dat leuze plezant. Ik spleek nu legelmatig English. Vooral nu ik, sinds begin dit jaar, een Engelstalig vriendje heb tegen wie mijn juffrouw de taal van Shakespeare spreekt. Dus naast "Yes", gooide ik er thuis tegen mama uit : "why are you crying?" (waarom huil je ?). Op mijn harde schijf is duidelijk voor alles plaats. Hou je vast, als ze er op een dag ooit in slagen om al die losse draadjes te verbinden". Maar dat is natuurlijk een ander paar mouwen !
Ik doe niks liever dan klanken uitvinden, bedenken of nabootsen. Het wordt trouwens tijd dat papa eens een balletje opgooit bij zijn vrienden geluidstechnici (een grapje, want daarvoor zou ik de beelden moeten kunnen zien, natuurlijk). Want, stel je voor dat ik perfect het geluid van een grasmachine en van de haagschaar kan nadoen (onder andere). Je merkt het verschil tussen beide geluiden echt heel goed, hoor. Zodra ik een grasmachine hoor in de wijk (zelfs op tweehonderd meter), wil ik de tuin in om er naar te luisteren. Vandaar dat ik gewoon niet kan hebben dat het gras nat is (zie artikel "mijn gebruiksaanwijzing").
De mooiste anekdote op dat gebied dateert van…zondag. Een week geleden hadden onze buren hun kelder opgeruimd : grote schoonmaak, likje verf, hier en daar wat boren… Zondag ziet de buurman mij dus van de markt terugkomen met papa en komt me goeiedag zeggen : « dag, meneer Lou" (ik herken hem direct aan zijn Hollands accent).... en ik antwoord niet. PAPA : "Lou, zeg dag tegen Geert ?" Mijn antwoord : "Vrrrouiiiiiiiiiiiiii" (onomatopee). GEERT (vriendelijk): "Jij maakt mooie geluiden, zeg.". PAPA -TILT in zijn hoofd : "Lou, welk geluid maak je ". (Lou):"ik doe de werken na". En inderdaad, ik deed perfect het geluid na van de boormachine die ergens verder een steen te lijf ging (Ik weet zeker, beste lezer, dat je direct weet welk geluid ik bedoel). Papa had het goed geraden en Geert zijn mond viel open (heb ik horen zeggen).
(4. einde). Nog altijd even over motoriek, of liever over MOBILITEIT (het grote modewoord ???). Het zou toch tof zijn als iedereen wat moeite deed om niet te parkeren op het voetpad, op de hoek van de straat (...). Het overkomt mama en papa (met mij) vaak dat ze moeten uitstappen in de straat omdat iemand die zo gehaast is of gewoon niet nadenkt fout parkeert (zoals tijdens de zondagse markt in Bosvoorde…je gaat me toch niet vertellen dat vijftig meter te voet te ver is). En dan zijn er nog al die werken, maar vooral de bedrijven die helemaal niks doen voor de veiligheid van de voetgangers. De specialist (kijk maar eens goed rond, je zal zien dat ik gelijk heb), dat is "IVAKA" die in onderaanneming werkt voor de grote elektriciteits- of telecombedrijven. Papa heeft hen al wel geschreven, maar hij is natuurlijk de eerste minister niet (en dat wil hij ook nooit worden).
Conclusie : denk aan ons, aan de anderen en je zal zien dat de wereld er beter van wordt. Wie anderen plezier doet (en er aandacht voor heeft) krijgt dat dubbel en dik terug en zo verandert de wereld ! Kusjes, Lou.
28. Mijn motoriek (3) : Blinden die zich overal vrij verplaatsen
(2. vervolg). Papa droomt ervan dat de onderzoekers op een dag nog wat meer zullen denken aan de miljoenen blinden en slechtzienden in deze wereld (100.000 in België alleen al – heel wat mensen durven dus hun huis niet uit!). Zou het geen geniaal idee zijn om een GPS (Global Positioning System) te ontwerpen dat nog nauwkeuriger is (dat komt), maar vooral dat er toestellen zouden komen die aan ons zijn aangepast : waarmee we kunnen praten en die ons zouden antwoorden. Een toestel dat ons zou vertellen waar we zijn ("u bevindt zich in het noordstation" bijvoorbeeld)... Dat zou voor ons een echte revolutie zijn. (vervolg)
Ik verplaats me helemaal alleen en dus mag niets blijven liggen op de vloer van de woonkamer en moet alles altijd op zijn plaats staan (zoals mijn weegschaal bijvoorbeeld). Een stoel die niet onder de tafel geschoven werd en pardaf daar ga ik. Een tennisbal die de kat heeft laten liggen ? Poef ! De hond die gelijk waar gaat liggen ? "Kaï Kaï Kaï" hoewel ze het op de duur wel snapt. Zelfs als ze slaap, spurt ze weg als ze me hoort aankomen. Enfin, het is raar, maar heel mijn familie (en mijn zussen), die eerder aan de slordige kant waren, zijn super super ordelijk geworden ! Hé, hé, hé ! (vervolg...)
Ik begon te kruipen toen ik twee was… Maar ik had er niet zoveel zin in. Ik kneep ze nogal, zie je. Ik leef trouwens liever van klanken. Bijna tegelijkertijd ben ik beginnen lopen, aan de hand. Mijn gids (mama, papa of iemand anders) moest me waarschuwen voor alle hindernissen : een trap, een muur, een deur, een trede…Ik moest ook leren om evenwicht te houden. Ik zweer het, da’s echt niet makkelijk ; En dus leerde ik ‘alleen’ lopen rond mijn drie en half. Omdat het wel moest en omdat ik verplicht werd ! Sindsdien krijg ik wat meer zelfvertrouwen, neem ik wat meer initiatief op de plaatsen die ik ken. Ik ga de trappen alleen op en af (…op verzoek), als een king… Maar ik vergeet dikwijls om mijn handen voor mij uit te steken. Binnenkort, als ik mijn best doe (en als ik wil !), krijg ik op school een "pre-stok ». Dat is een raar ding, als een hendel van een grasmachine, behalve dat je aan het eind een rollertje hebt. Dat zal me de hinderpalen leren « voelen ». Een echte stok krijg ik pas als ik groot ben, en die moet ik dan ook nog leren gebruiken. Maar dan moet ik zeker wat beter leren nadenken, want als ik blijf doen zoals nu, zou ik hem overal laten staan, zou ik me nooit herinneren waar ik hem heb gezet. (...vervolg)
(...) Trouwens, anderhalf jaar geleden (ik was toen drie en half), trokken we met het hele gezin een weekendje naar Eurodisney om de grote zussen een plezier te doen, want zij waren er nog nooit geweest. Ik was te klein voor de meeste attracties. En weet je wat, papa en mama hebben ondanks hun verzoek, inkom voor mij moeten betalen. Erger nog, ik mocht nooit voorgaan op die enkele molens waar ik wel op kon. Papa kreeg het op zijn heupen… en nog geen beetje. Hij heeft ze zelfs een brief geschreven (ervoor en erna). Het antwoord ? Niks, helemaal niks. Nada. Ouder dan drie ? Betalen. Punt. Maar omdat mijn ouders mijn zussen niet wilden laten boeten, zijn we toch gegaan. Moraal van het verhaal ? Er zijn van die mensen die je zogezegd blij willen maken, maar vooraal blij zijn met je geld. Na !
MAAR STEL JE VOOR ... toen ze van het probleem hoorden via de site (een jaar geleden met de franse versie), hebben ze hun excuses aangeboden (een gehandicapt kind krijgt een gratis toegang voor een begeleider en er zijn speciale ingangen voor hem voorzien). Dus nodigen ze ons, het hele gezin, uit voor een volgend bezoek. DANKUWEL !
(...) Maar wat voor mij boven alles gaat, dat zijn de pretparken met hun achtbanen ! Mama vindt dat niet zo geweldig, dus moet papa er altijd aan geloven. En ik ben niet te stoppen ! Tien keer, twintig keer wil ik wel op de zwierende boot, de roetsjbaan (...). Soms wordt zelfs papa er misselijk van. In sommige parken zijn de verantwoordelijken zo vriendelijk dat we niet in die eindeloze files moeten staan, want daar word ik zenuwachtig van (stel je in mijn plaats, 15, 20, 30 minuten rechtstaan, voetje per voetje vooruit, me tegen de hekken stoten, enz...). En op de Brusselse foor bijvoorbeeld zijn sommige mensen van de molens zo vriendelijk om de oorverdovende muziek wat zachter te zetten voor mij. Ik vind zo’n vriendelijke mensen heel leuk !
...Keitof ! Ik zit heel graag in de auto, in de kinderwagen, ik word dolgraag in de lucht gegooid, ik wiebel graag, ik ben gek op mijn hobbelpaard (waar ik uren zou op zitten als mijn ouders me lieten doen). En natuurlijk vind ik het reuze op de schommel, die ik nu zelfs (traagjes) zelf in beweging leer brengen. Kortom, ik hou van alles wat beweegt (en waar ik zelf niet te veel moeite moet voor doen, hé, hé !) Bewegen is zo’n beetje mijn eigen drug. Een "shoot". Naar het schijnt heb je dat dikwijls met blinden. Schommel nu zelf eens een hele tijd met de ogen dicht. Je zal wel zien… Je vergeet al je zorgen en je voelt je op en top leven. Dus vinden mama en papa dat ik dat best niet te veel doe… Ik zit zo al genoeg op mijn wolkje… (vervolg hierna).
22. Bivi i ci, mi sirpitte i pirdie, mi li miche, mi li miche.... (de
Je snapt het, ik hou van klanken en woorden… En vooral van woordspelletjes. Toen ik voor het eerst het liedje hoorde "Ma serpette est perdue" (waarin je de klinkers in de woorden telkens door 1 andere klinker verandert (Urbanus kent er ook wat van, heb ik gehoord), bijvoorbeeld de "I" : "mi sirpitte i pirdie", was ik direct verkocht. Ik heb er, wat dacht je, niet lang over gedaan om op mijn familie en andere bekenden hetzelfde procédé toe te passen. Ik leg het effe uit, zie. Ik zeg dus "Ouin poinpoin, join vioin proindre loin boin". Geen bal van begrepen ? Oké
Papa vloekt dikwijls als het tegenzit. En omdat hij onhandig is maar wel wil knutselen, hoor ik hem dikwijls roepen :"Merde!". Dat woordje kwam natuurlijk direct op mijn harde schijf terecht. En natuurlijk riep ik te pas en te onpas, maar vooral te onpas de hele tijd "Merde!", "Merde!", "Merde!"... Op alle manieren : als het kleine hondje Courage (zie artikel hierboven), of zoals Meneer René (idem) enz. ...
Jullie weten al dat ik graag in de huid van anderen kruip. Ik snap trouwens niet waarom hij iets mag wat ik niet mag… En daarbij M…. (even braaf zijn) zeg je als iets vervelend is, dus voor mij is het een manier om wat stoom af te blazen. (Wie zegt ooit M... als alles goed gaat ?). Dat komt ervan, papa ! Hij moet maar op zijn taaltje letten. Maar, zoals gewoonlijk, overdrijf ik een beetje, ik geef het toe. Dus zeggen mama en papa mij : "Nee, Lou, ‘merde’ mag je niet zeggen!". En wat gebeurt er dan : ik zeg dan (als mezelf) : "Merde!" (en daarna, ook als mezelf) -"Maar, Louke, je mag niet « merde » zeggen !" (en dan word ik boos op mezelf) -"merde" - "Maar ! Loulou, je mag niet ‘merde’ zeggen ! » (en ga zo maar door). Maar mijn ouders hebben gezocht en gezocht tot ze er iets op vonden. Nu moet ik zeggen : "flut" of "zut" of ook nog (en daar moest ik toch wel om lachen) : "Krak-boem-flut-zut!". En speel ik het nu anders en hoor je me zeggen : "Merde! – Je mag geen ‘merde’ zeggen, maar " Krak-boem-zut-flut !". En papa heeft ondertussen ook zijn leven gebeterd, hoewel ik soms nog hoor M..... .
...Ik heb het nog niet verteld, maar één van mijn favoriete spelletjes is voor "Courage" spelen. Dat is een hondje uit een tekenfilm die mijn zus op een dag net voor het avondeten zat te bekijken. Ik was er direct helemaal weg van omdat hij zo grappig is. Hij is nog erger dan ik : hij is altijd bang en dan doet hij heel heel snel : "beloebeloebeloebelebele". Ik lach me dan gewoon een ongeluk. En dus speel ik dikwijls dat ik zelf dat hondje « Courage » ben en ik doe hem perfect na. Ik profiteer ervan om dingen te doen passeren die ik zelf niet mag doen of zeggen : een boertje, een vloek en dan zeg ik (gemaakt boos) : « Klein hondje Courage, je mag niet boeren » (en natuurlijk laat ik er dan zelf gauw een !). Of als papa of mama me vragen om iets te doen, dan zeg ik ze voor hoe ze dat moeten zeggen. Dat geeft dus : Mama: -"Lou, kom je in bad"? Ik (Lou): -"Klein hondje Courage, kom je in bad?" (dan) -"Nu mama !". En dan moet mama die zin herhalen en me klein hondje Courage noemen en dan antwoord ik haar zoals in de tekenfilm : "ja".
Soms willen mama en papa dat spelletje niet meespelen, ja, ik weet het, ik doe het heel, heel dikwijs, en vooral : IK zeg zelf wat ik graag zou horen ! Die volwassenen zijn niet altijd even leuk, hoor ! (op de foto bij dit artikel staat het fameuze hondje Courage en, daarnaast, de tekening van het figuurtje dat Eva voor de site maakte).