Hallo,
Mijn naam is Lou. Ik ben een jongetje dat de wereld met zijn hart bekijkt…
Niet altijd gemakkelijk voor mijn ouders. Ik ben dus blind en anders (geestelijk dan).
Zij zagen het levenslicht in het Frans in de herfst van 2003 en worden stuk voor stuk vertaald in uw taal.
Er zullen dus regelmatig nieuwe artikels verschijnen.
WAARSCHUWING
Met al mijn excuses voor wie het niet doorheeft, maar alle teksten worden bedacht en geschreven door mij (zijn papa).
Lou is daar momenteel niet toe in staat, zoals hij vandaag ook niet snapt wat een 'computer', 'internet' is, of zich lange tijd op een gesprek kan concentreren. Alleen de toekomst zal ons vertellen of wij erin zullen slagen om hem volledig te doen opnemen in de wereld waarin hij leeft.
Deze verhalen gaan dus wel over dingen en feiten die echt gebeurd zijn, maar ik leg ze uit op basis van zijn gedrag. Maar ik denk niet dat ik me vergis in die uitleg, want ik ken hem na vijf jaar nu wel al door en door.
Nog even dit : Lou en zijn gezin zijn Franstalig, de teksten zijn dus vertaald, maar de zinnetjes die hij zelf zegt worden vaak in zijn moedertaal opgenomen, want zo zegt hij ze ook letterlijk.
Meer informatie? Zien “lees mij”
BEDANKT
Zeker ook dank aan de Koning Boudewijnstichting (" Buiten categorie"). De nieuwe opmaak, de hosting en de vertaling waren enkel mogelijk dankzij de financiële steun van de stichting.
Elke dag gaat papa wandelen met de hond en gaat hij zijn krant kopen alvorens hij het « grut » (zoals hij ons noemt) naar school voert. Maar tijdens het weekend hebben we alle tijd en dan ga ik soms met hem mee. We gaan met ons tweetjes te voet naar de winkel (enfin, met drie, want Mega is er natuurlijk bij). Ik vind die krantenwinkel tof, want naast de toonbank staat een koelkast die "Bzzzzzz" doet. Ik hou van dat geluid (en van de koude of warmte) van koelkasten. Op school staat er naast de ingang een drankenautomaat. Soms spelen papa en ik ons woordspelletje als we er langs lopen : de cocamachine wordt dan kikimichine, of kakamachane, koekoemoechoene, koinkoinmoichoine, kekemechene, enz. Dat is dikke pret ! Maar om terug te komen op de krantenwinkel, ik ging daar zo graag naar toe, ook omdat het koppel van de winkel zo tof is met mij, dat ik de hele tijd de vraag stel aan papa : "Papa, je vindt de krantenwinkel tof ?". En dan verwacht ik dat hij mij antwoordt met een hele zin, alstublieft ! ("ja, ik vind de krantenwinkel tof"), omdat ik als ik het woord ‘winkel’ hoor, me graag achterover op de sofa smijt. Het is een voorbeeld van mijn vele « stokpaardjes », van de spelletjes die ik telkens en telkens opnieuw en natuurlijk veel te veel opnieuw wil spelen, zodat papa me soms verplicht om iets anders te gaan doen.